Jan/febr 2016

Opdracht blz. 7: Maak je eigen harp!

Je hebt nodig:
– papier en (niet te dik) karton
– viltstiften, kleurpotloden of verf
– lijm en plakband
– een schaar
– vier elastiekjes
– een wasknijper

Hoe maak je de harp?
– Print de tekening van de harp uit.
– Kleur of schilder de harp in mooie kleuren.
– Plak de harp op het karton.
– Knip de harp uit langs de rode randen. Vergeet de opening van de klankkast niet!
– Maak vouwen langs de vouwlijnen en plak de plakranden vast.
– Span de elastiekjes tussen de ‘driehoekjes’ aan de bovenkant en de onderkant. Dat zijn de snaren.
– Schuif de wasknijper onder de elastiekjes aan de onderkant van de opening van de klankkast.

Hierdoor staan de snaren iets omhoog en kun je muziek maken.

Download de werktekening

Oplossingen ‘Op zoek naar Jozef’

Heb je alle elf verhalen over Jozef gevonden op de zoekplaat? Kijk het hier na, download de oplossingen.

Opdracht bij blz. 16-17: Feest veertigdagentijd

Om te doen op zondag 21 februari

Wie ben je?

Lees de bijbeltekst: Lucas 9:28-36 (uit de Bijbel in Gewone Taal) Ongeveer acht dagen nadat hij dit had gezegd ging hij met Petrus, Johannes en Jakobus de berg op om te bidden. Terwijl hij aan het bidden was, veranderde de aanblik van zijn gezicht en werd zijn kleding stralend wit. Opeens stonden er twee mannen met hem te praten: het waren Mozes en Elia, die in hemelse luister verschenen waren. Ze spraken over het levenseinde dat hij in Jeruzalem zou moeten volbrengen. Petrus en de beide anderen waren in een diepe slaap gevallen; toen ze wakker schoten, zagen ze de luister die Jezus omgaf en de twee mannen die bij hem stonden. Toen de mannen zich van hem wilden verwijderen, zei Petrus tegen Jezus: ‘Meester, het is goed dat wij hier zijn, laten we drie tenten opslaan, een voor u, een voor Mozes en een voor Elia,’ maar hij wist niet wat hij zei. Terwijl hij nog aan het spreken was, kwam er een wolk aandrijven, die een schaduw over hen wierp; ze werden bang toen de wolk hen omhulde. Er klonk een stem uit de wolk, die zei: ‘Dit is mijn Zoon, mijn uitverkorene, luister naar hem!’ Toen de stem verstomd was, was Jezus weer alleen. Ze zwegen over het voorval en vertelden in die tijd aan niemand wat ze hadden gezien.

Weetje: Mozes en Elia

Op de berg spreekt Jezus met twee mannen: Mozes en Elia. Misschien ken je hen wel uit de verhalen uit het Oude Testament? Mozes gaat met het volk Israël vanuit Egypte op weg naar Kanaän, het beloofde land. Hij krijgt op de berg Sinai de tien geboden van God. Maar na een tijdje worden de mensen toch weer ongehoorzaam. Elia is een profeet die aan de mensen vertelt dat ze bij de God van Israël horen en naar hem moeten luisteren.

Vragen: Jezus hoort bij God

– Hoe weten Petrus, Johannes en Jakobus dat Jezus heel bijzonder is? Wat zien ze en wat horen ze?
– Zo leren ze dat Jezus echt bij God hoort. Wat vind je daarvan?
– Wie of wat zou jij laten zien om duidelijk te maken wie je bent?

Om te doen: Geheimtaal

In de Bijbel wordt verteld dat Jezus echt bij de mensen hoort én echt bij God. Dat is best moeilijk te begrijpen. Dat zie je aan Petrus: hij begrijpt niet goed wat er gebeurt. Het is voor hem net geheimtaal. Bij deze opdracht ga je schrijven in geheimtaal. Kunnen anderen lezen wat je hebt opgeschreven?

Je hebt nodig: pen en papier

  • Bedenk hoe jij zou willen vertellen wie Jezus is.
  • Schrijf dit op, maar zorg dat niemand het ziet.
  • Vertaal het dan in geheimtaal.

4 Alef letters

In plaats van de ‘a’ schrijf je een ‘y’, de ‘b’ wordt een ‘z’, enzovoort.

Bijvoorbeeld: ‘Jezus’ wordt ‘Rubeh’.

  • Kan iemand lezen wat je hebt opgeschreven?
  • Je kunt ook zelf een geheimtaal verzinnen!

Soms is wat er gebeurt net geheimtaal. Net als Petrus begrijp je dan niet meteen wat het betekent. Heb je zelf wel eens meegemaakt dat je iets niet meteen begreep? Wat deed je toen om het wel te begrijpen?

Feest!

Om te doen op zondag 6 maart

Bak een lekkere chocoladetaart! Let op: Vraag aan je vader of moeder of je dit wel alleen mag doen.

Wat heb je nodig?

  • 10 gram boter (om de springvorm in te smeren)
  • 125 gram boter
  • 185 gram chocolade (puur of melk)
  • 100 gram bitterkoekjes
  • 150 gram kristalsuiker
  • 4 eieren
  • poedersuiker
  • een springvorm (24 cm)
  • bakpapier

Voorbereiden

  1. Verwarm de oven voor op 180 graden.
  2. Haal de boter uit de koelkast zodat de boter op kamertemperatuur komt.
  3. Smeer de binnenkant van de springvorm in met een beetje boter.
  4. Leg het bakpapier op de bodem van de springvorm.
  5. Breek de chocolade in kleine stukjes.
  6. Verkruimel de bitterkoekjes.

Zo maak je de taart

  1. Smelt de chocolade.
  2. Roer de suiker door de boter totdat het een luchtig mengsel is.
  3. Roer hier dan met een garde de eieren één voor één doorheen.
  4. Voeg de verkruimelde bitterkoekjes en de gesmolten chocolade beetje voor beetje toe.
  5. Giet alles in de springvorm.
  6. Bak de taart in ongeveer 40 tot 50 minuten gaar in de oven.
  7. Kijk na 40 minuten of de taart al gaar is. Dat doe je door er met een houten satéstokje in te prikken. Als het stokje er schoon uitkomt is de taart gaar, anders moet hij nog even verder bakken in de oven.
  8. Laat de taart eerst 15 minuten rustig staan en haal hem daarna uit de springvorm.
  9. Bestrooi de taart met poedersuiker en eet hem lekker op!

Achtergrondinfo bij de puzzel op blz. 18: God lijkt op …

In de puzzel vond je verschillende woorden waar je God mee kunt vergelijken. Hier zie je waar je die woorden in de Bijbel kunt vinden.

Adelaar – Deuteronomium 32:10-11:
God vond zijn volk in de woestijn,
in een leeg en verlaten gebied.
Hij zorgde voor zijn volk met aandacht en liefde,
zoals een vader zorgt voor zijn kind,
of zoals een adelaar zorgt voor zijn jongen:
hij vliegt erboven,
en als ze moe worden,
spreidt hij zijn vleugels en draagt hij ze.

Herder – Psalm 23:1
De Heer zorgt voor mij,
zoals een herder voor zijn schapen zorgt.
Hij geeft me alles wat ik nodig heb.

Koning – Deuteronomium 33:26
Volk van Israël, er is geen god zoals jullie God. Als een koning rijdt hij langs de hemel. Hij komt op zijn
wagen van wolken om jullie te helpen.

Leeuw –Jesaja 31:4-5
De machtige Heer zegt tegen mij: ‘Jesaja, ik zal komen, en ik zal naar de berg Sion gaan. Daar zal ik strijden voor Jeruzalem. Ik zal de stad verdedigen, ik zal voor Jeruzalem vechten. Net zoals een leeuw vecht voor zijn prooi, om hem niet kwijt te raken. Een leeuw vlucht niet voor een groep schreeuwende herders, een leeuw wordt niet bang. Een leeuw vecht. Net zo zal ik vechten voor Jeruzalem. En ik zal de stad beschermen, zoals een vogel zijn nest beschermt. Ik zal zorgen dat Jeruzalem veilig is, en ik zal de inwoners redden.’

Licht – Psalm 27:1
De Heer helpt mij altijd,
hij is als een licht in het donker.

Moeder – Psalm 131:2
Ik ben rustig en stil,
ik voel me veilig bij u,
zoals een kind in de armen van zijn moeder.

Rechter –Romeinen 3:5-6
God is goed en eerlijk. Anders zou hij nooit de rechter van de wereld kunnen zijn.

Vader – Romeinen 1:1-7
Ik wens jullie toe dat God, onze Vader, en de Heer Jezus Christus goed voor jullie zijn en jullie vrede geven.

Zon – Psalm 76:5
God, u bent stralend als het licht van de zon,
u bent sterk als bergen die nooit verdwijnen.

Werktekening ‘De mooiste jas’ blz. 18

Download de werktekening

Oplossing zoekplaat ‘Wie vindt Zacheus?’ blz. 20

Download de werktekening